Door de overgang naar licht wisselvallig weer met normale maximumtemperaturen van gemiddeld 20 gr C komende week, remt de afrijping van snijmais flink af.
De extreem late en zeer zonnige hittegolf van afgelopen week heeft er voor gezorgd dat het drogestofgehalte in een week tijd gemiddeld met 4 procent is toegenomen, blijkt uit metingen van veevoercoöperatie Agrifirm. De metingen worden alleen in beregende snijmais verricht.
7 procent droger in één week
Vooral de vroege rassen hebben een inhaalslag gemaakt. Zo is de DairyMais® Ultra Vroeg van Agrifirm afgelopen week 7 procent in drogestofgehalte gestegen tot 29 procent. Kweekbedrijf Limagrain heeft tijdens haar demotour langs de maisvelden met haar mobiele laboratorium zelfs al een drogestofpercentage van 32 procent gemeten.
Eind volgende week 34-35% mogelijk
In de afrijpingsfase van snijmais is een toename van het drogestofgehalte van 1-2 procent normaal. Gezien de weersverwachting kan er de komende week maximaal 2 procent drogestof bijkomen, zodat de snijmais op een enkele plaats het oogstrijpe stadium van 34-35 procent drogestof bereikt. De temperatuur zakt namelijk niet alleen naar normale waarden voor begin september, ook schijnt de zon nog niet half zoveel als de afgelopen week. Naarmate de week vordert wordt het bovendien wisselvalliger en neemt de kans op neerslag van betekenis toe.
Late rassen nog lang niet oogstrijp
De latere rassen zijn nog lang niet oogstrijp. Afgelopen week zijn deze rassen met 2 tot 4 procent in droge stof naar gemiddeld 25-27 procent gestegen, blijkt uit de metingen van Agrifirm. De afrijping van deze rassen gaat aanzienlijk langzamer dan de vroege rassen. Pas eind september zullen de late rassen in Zuid-Nederland oogstrijp zijn, verwacht Agrifirm. Voor het noordelijke deel van Nederland is het maar de vraag of de late snijmaisrassen voor 1 oktober oogstrijp zijn. De eerste oktober is de deadline voor de inzaai van vanggewassen.