Na een heuse koudegolf volgt de laatste week van de laatste wintermaand een ongekend warme periode. De kans bestaat dat de toplaag van de verzadigde grond in 14 dagen tijd uitdroogt, net als vorig voorjaar.
Door: Erik Colenbrander
Na de recordwarme, zeer zonnige en neerslagloze laatste februariweek die nu voor de deur staat, volgt namelijk waarschijnlijk nóg een nagenoeg helemaal droge week. Wel wordt de voorjaarswarmte, zodra de meteorologische lente op 1 maart dichterbij komt, verdreven. Maar niet door westenwind met regenrijke aanvoer van oceaanlucht.
Stroming van zuid naar noord
Volgend weekend verschijnt namelijk een weertype in de kaarten dat in het vroege voorjaar vaak voorkomt: hogedruk boven de Britse eilanden. De zuidenwind wordt dan ingewisseld voor een noordelijke stroming. Daardoor ligt winterkou van afgelopen week weer op de loer en dalen de temperaturen vooralsnog naar normale waarden voor de tijd van het jaar (ruim boven nul). Serieuze winterkou bereikt ons land waarschijnlijk niet.
Die kans is in ieder geval veel kleiner dan de kans dat ook de eerste week van maart helemaal droog verloopt, op wat gespetter na. Vaak is de betrouwbaarheid van de langere termijn verwachting niet groot, maar het huidige beeld dat de weermodellen schetsen voor de eerste week van maart heeft een hogere betrouwbaarheid dan normaal. Boerenwijsheid omschrijft dit weertype als ‘vast weer’. Grote kans dat de barometer onveranderd 14 dagen lang vrij hoog blijft staan.
Herhaling van vorig jaar?
Betekent dat een herhaling van de moeilijke start van het groeiseizoen, net als vorig jaar? Toen werd het vanaf half maart droog na een record natte winterperiode, zakten de waterstanden spectaculair en was de zandgrond toplaag half april veranderd in stof en kleigrond hard als beton. Dat veroorzaakte een zeer onregelmatige kieming van de gewassen, met name op klei. Gaandeweg het groeiseizoen ontstonden hierdoor grote verschillen in kwaliteit en opbrengst van de gewassen. De opbrengst van de belangrijke eerste snee gras viel ook tegen.
Toch is het nog te vroeg om de beregeningsinstallaties uit te rollen, net als vorig voorjaar. In 2020 viel de kurkdroge periode precies gelijk met de start van de voorjaarswerkzaamheden en hield maandenlang aan. Nu moet het voorjaar nog beginnen en is de zonkracht duidelijk minder dan begin april. Weerbureau’s die zich er aan wagen vermoeden bovendien een geleidelijk toenemende wisselvalligheid in het tweede deel van de maart maand.
Tijd om te bemesten
De voordelen van het uitzonderlijke vroege voorjaarswarmte overheersen op dit moment. De tijd is aangebroken om het land te bemesten en desgewenst graslandverbetering toe te passen. Want het korte gras zal voor het eerst sinds begin december beginnen te groeien maar is nog niet te lang.