Een pak mei gras inkuilen is goud waard, ook al wordt het de tweede helft van mei. Laat maaien in mei betekent wel een lagere voederwaarde van de tweede snee gras, waarschuwt graszaadleverancier Barenbrug.
Deskundigen van het bedrijf raden af later te maaien dan de eerste (volle) week van mei, vanwege voederwaardeverlies. Zowel van de eerste als zeker ook van de tweede snee gras.
Na Koningsdag ander weer
Maar de zo gewenste grasgroeiversnelling laat dit jaar uitzonderlijk lang op zich wachten. Door het koude weer groeide er de afgelopen week nergens veel meer dan circa 50 kilo drogestof per hectare per dag (ds/ha /dag). Ook de komende week ligt het niet voor de hand dat de grasgroeiversnelling die nodig is voor een pak gras vroeg in mei gaat plaatsvinden.
Weliswaar wordt de noordelijke stroming die de laatste weken overheerst na Koningsdag ingeruild voor een zuidwestelijke stroming, maar dat betekent niet dat de temperatuur snel omhoog gaat. Wel verdwijnen dan de koude nachten en neemt de buienkans toe.
Een duidelijke omslag naar sterk wisselvallig regenweer met gegarandeerd grote neerslaghoeveelheden is zeker niet zichtbaar in de weerkaarten. Al blijft het de komende dagen zeker wel van belang om de vinger aan de pols te houden.
Eerste snee maakt tweede snee
Wachten tot de eerste volle week van mei betekent dat de voederwaarde van de eerste snee gras afneemt, zij het langzaam. Dat blijkt uit onderzoek van graszaadleverancier Barenbrug, vorig jaar uitgevoerd in de maanden april, mei en juni. Na de eerste week van mei maaien betekent vooral ook voederwaardeverlies van de tweede snee. Want in juni begint het gras te schieten. Daardoor neemt de voederwaarde van gras versneld af.
Begin mei maaien betekent dus niet alleen een hoge voederwaarde van de eerste snee, maar vooral ook van de tweede snee gras, stelt Barenbrug. Tegelijk zeggen de graszaadspecialisten er ook bij dat het onderzoek zeker geen aansporing is om koste wat het kost in april te maaien. Rantsoensamenstelling en melkproductieniveau spelen ook een rol in de afweging welke graskwaliteit en de daarmee verband houdende opbrengst wordt nagestreefd.
Heel veel suiker
Het is vrijwel zeker dat er op 1 mei nog nergens in Nederland een pak gras gegroeid is. De warmste, vroegste en zwaarst bemeste zandgronden in Zuidoost Nederland mogelijk uitgezonderd. Tot nu toe staat er vrijwel nergens meer dan 2000 kilo drogestof Engels raaigras per hectare. Pas in het traject van 2000-3000 kg ds/ha vindt de groeiversnelling plaats. Uiteraard zijn Italiaans- en gekruist raaigras door hun kenmerkende snelle beginontwikkeling al verder ontwikkeld.
Het gras is door het zonnige weer en de uitzonderlijke serie koude nachten bijzonder suikerrijk. Dit gras inkuilen kan betekenen dat er een restvoorraad niet omgezette suikers in de geconserveerde graskuil achterblijft, die het kuilgras broeigevoelig maken.
Bij weidegang blijkt het bijzonder hoge suikergehalte in het gras pensverzuring te veroorzaken, meldt veevoercooperatie Agrifirm. De eerstkomende dagen blijft het suikergehalte in het gras door het aanhoudend zonnige maar koude weer bijzonder hoog.
