Het is druk op het depressietrein spoor. Bijna met de regelmaat van de klok passeren de komende week warmte-en koufronten, met afwisselend urenlange regenval en mogelijk winterse buien.
Wateroverlast en stormschade brengen de grootschalige depressies waarschijnlijk niet, al zijn ze vanwege hun dynamische karakter nooit helemaal te vertrouwen. Het weerglas staat vrijwel continue op ‘slecht weer’ en de zon krijgt heel weinig kans om urenlang te schijnen.
Zuidwest versus noordoost
Ook zijn de regionale verschillen vrij groot. Tot diep in de komende week kan het weer in Noordoost-Nederland veel meer winters aandoen dan in Zeeland. In het zuidwesten kan het bij tijd en wijle stevig waaien en komt de temperatuur de hele week niet in de buurt van het vriespunt. Terwijl langs de Duitse grens vrijwel ieder etmaal kans is op nachtvorst en winterse buien waarin de temperatuur daalt tot dichtbij het vriespunt. Op een paar uur rijden in de hoger gelegen Belgische Ardennen en het Duitse Sauerland is het echt winters.
Passeert er een warmtefront, dan kan het uren lang licht tot matig regenen en stijgt de temperatuur in de middag tot boven de 5 ⁰ C, ook in het binnenland. Stormachtig weer komt in het binnenland de hele komende week niet in de berekeningen voor. Wel reikt de windkracht vrijwel dagelijks tot kracht 3 á 4, waardoor het extra waterkoud aanvoelt.
Depressiekoers bepalend
Op de lange termijn blaast westenwind alle hooggespannen verwachtingen over een vroege winter in december op een hoop. Daarover zijn de weermodellen het op dit moment eens. De depressies die de komende dagen met de kern een vrij zuidelijke koers varen, precies over Nederland of ten zuiden van ons, zoeken het eind volgende week waarschijnlijk hogerop.
Als dat gebeurt komt er een eind aan een steenkoude periode in Scandinavië en rammelt het winterweer niet langer bij ons aan de deur. Althans, niet in de officiële weersverwachting met een betrouwbare termijn, 5-10 dagen vooruit.